Ninet Kaijser

Ik maak tekeningen van buitengewoon formaat; 2 x 4 of zelfs 6 m. breed. Naast deze XL-tekeningen maak ik ook XS werk – de serie Micro’s. Met die afwijkende maatvoering genereert ik een nieuwe blik, waardoor de kijker ontsnapt aan zijn/haar/hen reguliere kijken.
Landschappen, zoals de kust van Normandië en Noorwegen, vormen vaak de aanzet tot een werk. Ik raak vooral gefascineerd door het overweldigende gevoel dat ze teweegbrengen, waardoor je je als mens nietig gaat voelen. De Micro’s zijn veelal een vrij letterlijke vertaling van wat ik gezien heb in de natuur. Al tekenend ontstaan er aspecten die ik nader wil onderzoeken en die ik verder transformeer op groot formaat, fictieve landschappen met titels als BAY, TIDE, ROCK, SHORE en COAST (THE LARGER DRAWING).
Mijn tekeningen worden opgebouwd met minuscule lijntjes kleurpotlood, als kruissteekjes die aaneengroeien tot organisch van kleur veranderende vlakken. Heel langzaam komt er een landschap tevoorschijn. Een rotspartij die uit het water oprijst, spleten en holtes waar je je in zou kunnen verbergen: rode aarde, door het water geslepen platte grijze stenen waarop zeepokken zich hebben vastgezet – oplichtend wit – en rondom wieren in geel en felgroen. Ik werk intuïtief en heb het gevoel dat wat er op papier komt er eigenlijk altijd al was.
In mijn werk lijkt alles te leven, tot beweging in staat; het zindert, het stroomt, het druppelt en druipt, het glanst, het groeit. Die organische groei, de opeenstapeling van de ontelbare laagjes, maakt dat de tijd als het ware geïncorporeerd raakt in de tekeningen.
Ook als kijker moet je de tijd nemen om het werk tot in de diepte te kunnen doorgronden, waarmee je, en passant, doordringt in een ander tijdsbesef: de tijd als duur. Hoe langer je het werk beschouwt, hoe dieper je geraakt, totdat je voelt dat je er bijna in kunt verdwijnen, er deel van uit gaat maken. Alleen al door de maat van de XL-landschappen, raakt mijn werk aan het sublieme, de schoonheid van de overweldigende natuur; de niet door de mens beheerste, grillige en grootse landschappen, waarbij we onze nietigheid ervaren. Een gevoel dat zich beweegt tussen geborgenheid en verlatenheid en dat gepaard kan gaan met een lichte huiver en het besef van de plaats die wij innemen in de wereld. Dat brengt ook een zekere verantwoordelijkheid met zich mee: wij zijn slechts voorbijgangers.